Schooltheater komt met ‘een bedje van zorg’

Image
Leon

Theater brengt maatschappelijke thema’s naar scholen, maar door assertiviteit en bezuinigingen staan de voorstellingen onder druk.

 

Voor zowel basisscholen als het voortgezet onderwijs leveren theatergroepen voorstellingen, waarin maatschappelijke problemen zijn verwerkt. Van kindermishandeling, schulden, seksualiteit tot (v)echtscheidingen. Die voorstellingen staan onder druk, vanwege groeiende assertiviteit en de verwachte bezuinigen. 

Scholen en theatergroepen moeten de handen ineen slaan, vindt Dennis Huizer van Theater in Feite. ‘De nagesprekken zijn soms lastig, ontroerend, verdrietig. Maar ook heel dankbaar. Al is er maar één leerling in de klas die we kunnen helpen, dan is het doel bereikt.’

Acteur Leon Brill, sinds een jaar actief voor Theater in Feite, reflecteert op zijn optreden in het schooltheaterstuk Blauwe Plekken,

 dat veelal gespeeld wordt voor leerlingen in de hoogste klassen van de basisschool. Het verhaal gaat over kindermishandeling. ‘Meestal verloopt alles prima. Maar soms heb je een lastige klas, of worden moeilijke vragen gesteld. Een keer heb ik meegemaakt dat een jongetje dat thuis werd geslagen heel hard begon te huilen. Het vriendje naast hem probeerde hem te troosten. Dat is zo heftig. Wat doe je dan? Ik ben geen pedagoog, ik ga niet doorvragen. Ik heb gezegd: wat dapper van je dat je het hebt verteld.’

Soms heftige zaken

Ook acteur Elbert Bijkerk, zes jaar verbonden aan theatergroep Drang, wordt soms geconfronteerd met heftige zaken. Eind maart nog, toen hij had gespeeld in een verhaal over schulden, vertelde een jongen dat zijn oom zelfmoord had gepleegd. Bijkerk: ‘Na het optreden had ik één-op-één contact met die jongen. Zijn oom zat financieel helemaal aan de grond, zag geen uitweg meer.’  Net als Brill prees ook Bijkerk de jongen voor zijn durf ermee naar buiten te komen. ‘Hij zei het eerder verteld te hebben aan iemand die hij vertrouwde. Het is belangrijk zaken waar je mee zit niet op te kroppen.’ 
 

Theater in Feite en Drang zijn twee van de theatergroepen die maatschappelijke problemen gieten in voorstellingen voor zowel basisscholen als het voortgezet onderwijs. Allerlei thema’s komen aan bod. Soms aangedragen door de regionale GGD, soms door scholen zelf. Behalve over schulden, kindermishandeling, en kinderrechten kan het onder andere gaan over (v)echtscheidingen, mediawijsheid en de verleidingen van sociale media, seksualiteit en grensoverschrijdend gedrag, identiteit of kinderarmoede.   

Blauwe plekken

Image
Dennis en Aart

Aart van den Berg, directeur van Theater in Feite, is econoom, theoloog en schrijver. Zijn speelveld voor theater is breed. Hij is begonnen met entertainment, schreef oorlogsverhalen die ook op scholen werden opgevoerd en heeft zijn themapakket voor het schooltheater in de loop van de jaren verder uitgebreid. Hij werkt veel voor de gemeente Rotterdam. Zo’n tien jaar geleden vroeg die gemeente hem om een offerte voor een voorstelling over kindermishandeling. ‘Ik had het boek Blauwe Plekken van Anke de Vries al eens bewerkt voor een theatergroep. Ik heb meteen de rechten aangevraagd. Mijn bewerking voor scholen wordt nog altijd opgevoerd. Het boek, geschreven in 1992, blijft actueel.’ 

De theaterproducties voor scholen liggen, zoals Van den Berg het uitdrukt, ‘in een bedje van zorg’. Lespakketten worden samengesteld in samenwerking met deskundigen. Bijvoorbeeld met die van Zo Geschiedde, een organisatie die educatieprogramma’s en lesbrieven over maatschappelijke kwesties en historische onderwerpen verzorgt. Scholen worden benaderd met de vraag wat de specifieke wensen en omstandigheden zijn. Per school wordt een draaiboek opgesteld. Dennis Huizer legt de contacten met wethouders en gemeenten (voor de financiering) en met de scholen (voor een zo goed mogelijke uitvoering). Huizer: ‘Zo’n draaiboek is belangrijk. Daarin leggen we uit wat voor ruimte geschikt is, dat er geen storende elementen mogen zijn. In aula’s bijvoorbeeld lopen nogal eens kinderen uit andere klassen langs. Verder dat het noodzakelijk is, voorafgaand aan de voorstelling, het lespakket door te nemen. Onze acteurs merken dat de voorstelling dan beter landt. Van belang is ook dat er naast de leerkracht, een interne begeleider, een schoolmaatschappelijk werker of een zorgcoördinator aanwezig is. In het draaiboek staan ook regionale nummers van personen en instanties die je kunt bellen als nazorg nodig is.’

Alles chill, superchill

Hoewel de acteurs de nagesprekken leiden, nemen de theatergroepen niet zelf de eindverantwoordelijkheid voor de nazorg.  Die blijft bij de scholen. Van den Berg: ‘Dat kan ook niet anders. Zij moeten verder met de leerlingen. We merken dat we met onze producties ook de deskundigheid op de scholen zelf bevorderen. Aan de lespakketten hebben ze veel. Ook maken ze zelf mee hoe er in een klas wordt gereageerd. Met een voorstelling kom je heel dicht bij leerlingen, veel dichter dan als droge leerstof wordt opgediend. Soms gaan de interne begeleiders  of leerkrachten zelf huilen. Dan hebben ze ook zoiets meegemaakt of in hun naaste omgeving gezien. De acteurs evalueren de opvoeringen altijd ook met leerkrachten.’

 

Brill kwam er bij zo’n evaluatie achter dat het verhaal van het hartverscheurend huilende jongetje ook voor de school nieuw was. ‘Dat komt niet vaak voor', zegt hij. ‘Meestal is er al wel een vermoeden. Bijvoorbeeld bij een meisje dat zo overdreven begon te vertellen dat bij haar thuis alles super is, zo chill, superchill. En dat vier keer. Dan weet je meteen, dit klopt niet.  Op die school wisten ze dat ook wel.’  Bijkerk merkt bij de nabesprekingen dat er ook bij leerkrachten een bewustwordingsproces op gang komt. De voorstellingen laten zien wat er achter de voordeur kan spelen, maar dat het vaak moeilijk is daar achter te komen. Ouders kunnen elkaar het leven onmogelijk maken, depressiviteit  van gezinsleden kan invloed hebben. Bijkerk: ‘In een voorstelling komen meer thema’s aan bod die spelen bij de doelgroep. Bij seksualiteit bijvoorbeeld ook sexting, het versturen van eigen naaktfoto’s, spannende video’s of erotisch tekstberichten, pestgedrag, worstelen met identiteit. Heel bijzonder vind ik dat na een voorstelling een keer een jongen uit de kast kwam.’ Bijkerk speelt vooral op mbo- en vmbo-scholen. Tot de zomervakantie speelt hij in Circus van de Liefde, een voorstelling over grensoverschrijdend gedrag op verschillende terreinen.

Huiverig voor gevoelige thema’s

Image
Actiefoto

Begin dit jaar signaleerde de Volkskrant dat scholen en theaters steeds huiveriger worden om gevoelige thema’s te agenderen. Vooral bij middelbareschoolvoorstellingen uiten leerlingen zich steeds botter en zijn soms zelfs intimiderend. Een kleine opsomming uit de krant: in Tilburg blies een basisschool in 2023 na ouderprotest een bezoek af aan de kindervoorstelling ‘Het lammetje dat een varken is (een verhaal over gender en identiteit ‘voor iedereen van 4 tot 104’). Tijdens enkele voorstellingen van Queer Planet (‘een confettivoorstelling, die zich afzet tegen de heersende normen en elk hokje in twijfel trekt’) kregen acteurs van HNT Jong uit Den Haag in 2022 van leerlingen een heel repertoire van scheldwoorden voor homo’s naar hun hoofd geslingerd. Theatergezelschap Artemis uit Den Bosch kreeg in 2023 op een school leerlingen achter zich aan, nadat ze de acteurs tijdens de voorstelling Born to Be Torn (‘een ode aan alle gevoelens’) al met waterflesjes en passers hadden bekogeld.

Worden Theater in Feite en Drang daar ook mee geconfronteerd? Brill speelt vooral op basisscholen, af en toe op een mbo. ‘Voortgezet onderwijs is pittiger, dan heb je te maken met pubers. Die zijn een stuk bijdehanter dan kinderen uit groep 7 of 8. Pubers vinden de voorstelling soms te kinderachtig. Er wordt meer gelachen, gekloot, doorheen gepraat. Gelukkig hoeven we niet zelf de orde te bewaren. Daar zijn de docenten voor.  Maar echt uit de hand is het nooit gelopen.’ Ook niet bij Bijkerk, die zijn doelgroepen eveneens moeilijk vindt. ‘Vooral het mbo, dat is heel pittig. Het is belangrijk de leerlingen mee te krijgen in discussies. Die soms heel fel zijn. Ze flappen er alles uit, alles wat ze denken. Ik sta soms met mijn oren te klapperen. Ze krijgen zoveel voorgeschoteld via sociale media. Hoe oud ik ben? 33, niet oud, maar zelfs voor mij komen er nieuwe dingen voorbij. Ik leer ook van die kinderen.’

Scholen kunnen ook leren

Mbo-scholen zijn inderdaad soms een uitdaging, beaamt Van den Berg. ‘Neem een klas derdejaars sociaal werk, waarvan je verwacht dat je alle aandacht krijgt en dat volstrekt niet het geval is. Vooraf geven we aan dat de leerkrachten en begeleiders er alles aan moeten doen om de orde te bewaren. Die moeten ervoor zorgen dat tijdens de voorstelling niet op mobieltjes wordt gekeken. Wat we doen als het echt fout loopt? Eén keer werd een acteur uitgescholden en bedreigd. De acteurs zijn toen gestopt, omdat ze die situatie als te bedreigend ervoeren. Maar dat zijn echt uitzonderingen. Meestal gaat het goed.’  Met de school waar de acteurs zijn bedreigd is het contact niet verbroken. Van den Berg: ‘We zijn in gesprek gegaan. Scholen kunnen ook leren van dergelijke voorvallen.’

Scholen hebben nog altijd behoefte aan maatschappelijk relevant theater, merkt Van den Berg. ‘In gemeenten waar we actief zijn, Rotterdam, Capelle aan den IJssel, Den Haag, Leiden, Haarlem, bereiken we steeds meer scholen. In Haarlemmermeer beginnen we vanaf april met een voorstelling over complexe echtscheidingen. We zitten voornamelijk in de Randstad, maar willen over het hele land uitbreiden.’ 

Huizer: ‘Tot nu toe kloppen we vooral bij gemeenten aan. Die bepalen of ze onze voorstellingen belangrijk genoeg vinden om er voor te betalen. We oriënteren ons nu breder. Gemeenten staan voor flinke bezuinigingen. We willen graag met scholen in gesprek. We merken dat ze soms, misschien om financiële redenen, in de ontkenning schieten. Zo van: bij ons speelt dat niet. Of juist andersom: bij ons is zoveel aan de hand, we weten niet waar te beginnen. Of ze zeggen dat ze het knetterdruk hebben met gewoon onderwijs, vanwege de lerarentekorten, dat ze er niets meer bij kunnen hebben. Dan bieden we aan in overleg te gaan. Dan zien ze misschien dat wij, met de draaiboeken en nagesprekken, ze veel uit handen kunnen nemen. Wellicht kunnen we dan samen een potje breken bij de gemeenten.’