Speciaal onderwijs voor hoogbegaafde kinderen is hard nodig

Image
Gerritje Snip

Plak het label 'handicap' op hoogbegaafdheid en wie weet krijgen hoogbegaafde kinderen eindelijk de benodigde aandacht. Het is een wanhopige stap die ouders van hoogbegaafde kinderen soms zetten. Hoe kunnen we voorkomen dat zo’n noodgreep nodig is?

Gerritje Snip, leerkracht en specialist in het HB-onderwijs en moeder van twee kinderen met hoogbegaafdheid, vindt dat er meer erkenning en geld moet komen voor speciaal onderwijs: "Daarmee zou leed kunnen worden voorkomen."

Een andere weg nodig

Het regulier onderwijs is een kwelling voor sommige hoogbegaafde (hb) kinderen. Ze vallen vroeg of laat uit of lopen zelfs een trauma op omdat niemand opmerkt dat ze speciale aandacht nodig hebben. Omdat niemand hun 'handicap' opmerkt. Hilde Sikkema, Jeugd&Gezin Professional bij zorgaanbieder HBpunt, heeft er alle begrip voor dat wanhopige ouders hun kind als laatste strohalm dan maar dit label opplakken. Maar of ze het ermee eens is? Dat niet. Sikkema, zelf moeder van twee hb-kinderen, maakte in een bijdrage op LinkedIn in november korte metten met deze noodgreep.

"Laten we wat gezond is niet ziek maken", schrijft Sikkema in november 2020 op LinkedIn. "Hoogbegaafdheid is geen handicap. Het is een talent. Een uitdaging." Ze voert autocoureur Max Verstappen op, die niet bepaald behandeld wordt als een gehandicapte. Verstappen laat je niet trainen in de bebouwde kom, niet op de snelweg. Hij traint op een circuit, want: "Hij rijdt sneller dan alle andere auto’s, het vraagt een andere techniek om in zo’n auto te rijden, een compleet andere training, een ander team om hem te trainen." Hij volgt letterlijk een andere weg.

Speciaal onderwijs

Gerritje Snip en Annemieke Lübbert, beiden moeder van ieder twee hb-kinderen, knikken instemmend als hun de Max Verstappen-vergelijking wordt voorgelegd. Die is zo herkenbaar. De talenten van hb-kinderen komen niet tot bloei in het reguliere onderwijs, zeggen ze in koor. Trainen in de bebouwde kom is niet passend voor hen. Snip: "Hoogbegaafde kinderen hebben speciaal onderwijs nodig, waarin ruimte is voor maatwerk. Van gewone leerkrachten op een reguliere school kun je dat niet verwachten. Sommige patiënten zijn in een specialistisch ziekenhuis ook beter af dan in een regionaal ziekenhuis."

Behalve moeder van 2 hb-kinderen is Snip leerkracht voor de bovenbouw en coördinator van NOVA, een hb-unit die sinds februari 2010 deel uitmaakt van de Anne Frank-basisschool in Leiden. Ze is ook kernteamlid bij HB-scholen.nl, een platform dat zich inzet voor erkenning en structurele financiële ondersteuning voor voltijd HB-onderwijs. Dat platform heeft een achterban van ruim honderd scholen. Daaronder vallen scholen met één (of meer) voltijd hb-klas(sen) en scholen die zich uitsluitend richten op leerlingen die in het reguliere onderwijs zijn uitgevallen. "Wij bieden beide varianten", zegt Snip. "Wij krijgen helaas ook leerlingen die trauma’s hebben overgehouden aan het reguliere onderwijs."
 

Image
Anne Frank school

Maatwerk voor een speciale doelgroep is een dure vorm van onderwijs. NOVA heeft specialistische leerkrachten en een orthopedagoog in dienst en streeft naar 20 tot 22 leerlingen maximaal per klas. Snip: "Dat is niet ideaal. Vijftien per klas zou beter zijn. En maximaal acht bij een zorg-onderwijssetting. Maar ik kom al geld tekort. Gelukkig erkent mijn bestuur de noodzaak van dit onderwijs en neemt de tekorten op zich. Dat lukt veel besturen niet. Er zijn het afgelopen jaar al zeven voltijdvoorzieningen gesloten."

Leed voorkomen

Volgens Snip en Lübbert is er in de samenleving nauwelijks begrip voor de belevingswereld van hb-leerlingen in het reguliere onderwijs. Vaak wordt volgens hen gedacht dat hb-kinderen op hun sloffen de basisschool kunnen doorlopen. Dat ze één of twee klassen kunnen overslaan en dan, vol zelfvertrouwen, naar de middelbare school kunnen gaan. Snip: "Helaas is de praktijk vaak anders. Er zou leed kunnen worden voorkomen als meer vanuit het individu wordt gehandeld. Ik heb in groep 4 een leerling die wiskundige sommen kan oplossen op het niveau van de tweede klas van de middelbare school. Maar hij heeft nog nooit een breuk gezien. Als je hem de juiste tools geeft, kan hij zijn kennis ook gaan toepassen."

Chinees en schaken

Hb-kinderen moeten extra en anders worden uitgedaagd. Snip: "Dat doen we hier. Je moet als leerkracht ook lesstof durven loslaten als leerlingen die al beheersen. Hb-leerlingen hebben minder instructie, oefening en herhaling nodig. Dus bieden we de reguliere lessen aan in compacte vorm. Dan blijft er tijd over voor verrijkende vakken die andere denkvaardigheden vergen, zoals Chinees of schaken. We hebben daar speciale vakdocenten voor. En we werken vanaf groep 3 met vakoverstijgende thema's. Tijdreizen bijvoorbeeld, waarin vakken als wereldoriëntatie, programmeren en filosofie aan bod komen."

Worstelen op school

De kinderen van Lübbert hebben, ogenschijnlijk probleemloos, een gewone basisschool doorlopen. "Er was alleen aandacht voor het cognitieve niveau. En dat ging goed, ze haalden hoge cijfers", vertelt de moeder van twee. Dat de jongste apart van zijn eigen klas onderwijs kreeg, wist ze niet. "Hij werd uit de klas gehaald en kreeg extra lessen. Daardoor kwam er een afstand tussen hem en zijn groep en werd hij uit verveling opstandig."

Op de middelbare school ging het toch mis met haar zonen. Daar werd hun autonomie nauwelijks aanvaard. Lübbert: "Ze moesten meedoen met de groep en dat werkt niet. Mijn zoon wilde geen Duits leren, daar had hij niets aan, vond hij. Dat zou hij toch niet nodig hebben. Het doel moet veel explicieter worden duidelijk gemaakt. Bijvoorbeeld dat je bepaalde formules moet leren om een oplossing te kunnen vinden voor, zeg maar, een soort corona-pandemie." Haar oudste hield het anderhalf jaar vol op de middelbare school. Haar jongste maar drie weken. Ze vielen terug op thuisonderwijs. Haar oudste heeft zich inmiddels kunnen oppeppen om de school dan toch maar af te maken.

Brandbrief aan politiek

In februari 2022 stuurden de directeuren van HB-scholen.nl een met onderzoek onderbouwde brandbrief naar de betrokken ministers en Commissie Onderwijs van de Tweede Kamer. Ze willen meer politieke aandacht voor de complexe hb-problematiek en voor de schrijnende verhalen. Hb-kinderen uit alle bevolkingslagen en met diverse migratieachtergronden lopen vast in het primair onderwijs. En dat terwijl ze juist zo belangrijk kunnen zijn voor onze kenniseconomie, stellen ze. Van alle thuiszitters in het basisonderwijs is liefst 25 tot 45 procent hoogbegaafd. "Dat kan anders!"

Uit het antwoord van de ministers distilleren de schooldirecteuren goede bedoelingen, maar ook te weinig zicht op de complexiteit van de doelgroep. En de urgentie ontbreekt. Ze zijn bang dat in  2023 nog meer voltijd hb-scholen omvallen.